In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende landen hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue laten passeren en vinden er wat van.

Door Jeroen Bootsman – Georgië is sinds 2007 van de partij en heeft tot dusver niet veel potten kunnen breken op het songfestival. Meer dan twee keer een negende plaats in 2010 en 2011 zat er vooralsnog niet in. In 2009, toen het festival in Moskou werd gehouden, zag het af van deelname. Het lied We don’t wanna put in, met een duidelijke verwijzing naar Vladimir Poetin werd vanwege de politiek getinte tekst niet op prijs gesteld door de EBU. Georgië kreeg de kans de tekst aan te passen, maar koos ervoor zich terug te trekken. Het land heeft bij de laatste vijf edities van het festival de finale keer op keer niet weten te halen.

De tekst gaat hieronder verder.

 

Georgië

Iru – Echo

Georgië pakt uit met bombastische folklore in een explosie van dance-invloeden, iets wat deze bijdrage een hoog ADHD-gehalte geeft. Zangeres Iru houdt zich goed staande binnen dit geweld. Dit kan er best eens heel erg spectaculair gaan uitzien op het podium en Georgië voor het eerst in jaren weer eens uitzicht bieden op een ticket naar de finale, maar het zou ook zomaar kunnen dat het voor menig televoter te veel van het goede is. Want op het songfestival kan ‘more’ zomaar ‘less’ blijken.